Game of the Year #3: The Walking Dead

In de zomer had de Dutch Game Garden in Utrecht een eenmalige voorstelling van Indie Game: The Movie geregeld. Ik kende er vrijwel niemand dus als het een echte FOK!er betaamt wilde ik na de voorstelling zonder iemand aan te kijken zo snel mogelijk naar huis toe fietsen, totdat iemand me tegenhield en zei dat ik een biertje mee moest drinken. Mijn voorliefde voor bier overwint het op zulke momenten, en weldra stond ik tegen een wildvreemde een dronken, onsamenhangende tirade af te steken over de deplorabele staat van de mondiale gamesindustrie.

GOTY

Ondanks mijn voorliefde voor games voelde ik dat ik wel een beetje klaar met ze was; alle AAA-games begonnen op elkaar te lijken omdat uitgevers geen risico meer durven te nemen, maar tegelijkertijd boden indiegames ook niet het gewenste soelaas. De film gaat grotendeels over FEZ, en daar had ik hetzelfde probleem mee als alle andere indiegames tot dan toe: de designer bedenkt een leuke gimmick en wil dan een epische 20 uur durende game met die ene gimmick vullen. Voor iemand die zo blasé is als ik, is dat een nog grotere verschrikking dan de volgende Gears of Uncharted te spelen, die proberen dan tenminste nog een interessant verhaal te vertellen over dezelfde looptijd. Alhoewel, waarom moet je altijd minstens de uitverkorene zijn die de gehele wereld (en liefst ook nog een parallelle andere wereld) van de ondergang redt, voordat we ons ook maar een beetje gedreven voelen om actie te ondernemen?

De vreemde (wiens naam ik vergeten ben) keek me begrijpend aan, knikte en zei: "Jij moet de Walking Dead gaan spelen. Het is zeer vernieuwend, heeft een interessant verhaal en past denk ik helemaal in wat jij nu zoekt in games."

Walking dead over

Ik op mijn beurt keek hem aan alsof hij volslagen debiel geworden was. Ik zei dat ik genoeg had van de huidige games die allemaal op elkaar lijken, en hij raadde me een game over zombies aan. Ik heb maar gemompeld “oh ja dank je zal ik zeker doen” en ben toen hoofdschuddend weggelopen. Toch, de maanden verstreken zonder dat er een goede game uitgebracht werd, en de positieve reacties over de game bleven zich maar opstapelen, dus uiteindelijk toch maar de eerste aflevering geprobeerd. En toen toch maar de tweede.

Ergens halverwege aflevering 2 heb je een groepje overlevers van de zombieapocalyps bij elkaar gebracht. Na wat omzwervingen waarbij al een paar mensen doodgegaan zijn en het nergens veilig lijkt te zijn, kom je uit bij een goed afgesloten boederij, waar hele aardige mensen wonen die je willen helpen, en waar het lijkt dat je er de rest van je leven vredig kunt blijven wonen. Uiteraard is dit een horrorgame en moeten op dat moment alle alarmbellen afgaan, en inderdaad, weldra blijken er dingen niet helemaal pluis. Een van de andere karakters moedigt je aan om achterin de schuur te kijken, terwijl hij de boeren afleidt. En toen gebeurde er iets aparts. Ik wilde helemaal niet achterin de schuur kijken. Ik wilde niet meegaan met wat de game zei dat ik moest doen, omdat ik, de hoofdrolspeler gespeeld door mij, wilde blijven geloven in het sprookje dat alles goed zou komen.

Walking dead dinner

Ik heb de game even gepauzeerd om hierover na te denken, want het is de eerste keer dat mij zoiets overkomen is in een game. Dat ik er zo erg ingezogen werd dat ik als hoofdpersonage openlijk tegen de gamewereld in opstand kwam. Ik heb in mijn eerste Tales from the Game Lab special al geprobeerd aan te geven waarom dit gebeurt. Kort gezegd komt het erop neer dat de meeste verhaalgeoriënteerde games inspelen op een soort masculien-adolescente wens om de held te worden, wat weer noodzakelijk voortkomt uit het feit dat je beter moet worden in games om steeds moeilijkere uitdagingen te verslaan.

The Walking Dead heeft dit niet. Er is geen opperzombie die je moet verslaan om de wereld te redden, en je kunt al helemaal niet jezelf steeds beter trainen om dit voor elkaar te krijgen. Daardoor blijft de hoofdrolspeler, Lee, te alle tijde een mens. Een gewone mens, een broze geschiedenisleraar op de universiteit, in een hele vervelende situatie. Iemand waarmee je je kunt identificeren omdat, in tegenstelling tot de heldenwensdroom die de gemiddelde game is, hij geen superkrachten heeft. En net zoals wanneer je zelf in zo’n vervelende situatie zit, zijn er beslissingen zonder goede uitkomst. Vooral dat laatste levert nogal eens kritiek op van mensen, want het is dus eigenlijk een game die zichzelf niet laat bespelen. Je kunt niet lang genoeg oefenen totdat je de gewenste uitkomst krijgt, en als je niet beter kunt worden om uiteindelijk de game onder controle te krijgen, is het dan nog wel een game?

Ik vind het wel een game en ik ben overtuigd dat de criticasters het of niet gespeeld hebben, of geen eerlijke kans hebben gegeven. En dat is jammer, want ik weet zeker dat als meer mensen deze game hadden gespeeld, hij zonder twijfel op nummer 1 was beland.