Game Of The Year 2011 - 5: Saints Row: The Third

Iedereen heeft in elk jaar wel een datum die je niet snel vergeet. In 2011 is mijn onvergetelijke datum 15 november 2011, de dag dat Saints Row: The Third uitkwam. Weken, maanden werd de wereld lekker gemaakt met trailers, filmpjes en screenshots van de game. Waar Saints Row ooit begon als een i-kloon werd zeker bij dit derde deel al voor de release duidelijk dat serieus en Saints Row: The Third niet in één adem genoemd konden worden. Als fan van zinloos geweld en absurditeit in videogames kon ik dan ook niet wachten tot ik het spel in mijn Xbox kon laden. Als dit spel aan zijn eigen gecreëerde torenhoge verwachting gaat voldoen zou dit zeker mijn GOTY worden.

 

Al vanaf het begin blijkt dat Volition en THQ geen woord gelogen hebben over alle gemaakte beloftes. Het verhaal begint met 3rd Street Saints, voorzien van gigantische Johnny Gat-maskers, die met behulp van een helikopter een complete bankkluis proberen te stelen, hetgeen overigens niet lukt. Vanaf dat punt gaat de absurditeit in zowel de storyline als de open wereld met rasse schreden omhoog. In elk deel van de stad, die weer door een andere gang wordt bestuurd, zie je de belachelijkheid letterlijk op straat lopen. Vrouwen in bikini, mannen in sm-pakjes, gemaskerde worstelaars, alles loopt langs je heen. Ook in de wapens zit een progressieve rariteit. Gigantische handen, computers om airstrikes om mensen af te sturen, high-tech zwevende vliegtuigen met lasers, een menselijk kanon, alles kan blijkbaar. Toch winnen zij het geen van allen bij mijn favoriete wapen, de dildobat. Niets mooier dan door de stad lopen en mensen doodslaan met een manshoge dildo met een handvat.

Wat mijn ervaring met Saints Row: The Third betreft gaat dat toch vooral over de open wereld binnen het spel. Het heerlijkst is het toch eigenlijk om gewoon een rondje te lopen/rijden/vliegen en gewoon te kijken wat er allemaal mogelijk is. Of anders in je gestolen straaljager tussen de wolkenkrabbers van de stad door te vliegen op zoek naar stuntvlieglokaties. Dit alles dan wel in Saints Row-stijl, want een ommetje in Saints Row maak je niet zonder zoveel chaos aan te richten dat leger en politie op je af komen, en die moeten natuurlijk ook afgeslacht worden. Drukke dag op het werk gehad? Dan pakken we toch de dildobat en gaan we een uurtje door Stillwater heen lopen om het kwijt te raken. En als ik echt de stress van alle dag wil kwijt raken ga ik gewoon Professor Genki's Super Ethical Reality Show spelen.

 

Uiteindelijk moet ik me wel gaan wagen aan de storyline en tegen mijn verwachting in is die gewoon goed. Qua verhaallijn zit alles goed doordacht in elkaar. Hoe verder jij je ontwikkelt in het verhaal, hoe meer invloed dit heeft op de open wereld. Opeens kun je niet meer zomaar naar de wapenwinkel, omdat je net een STAG-vliegdekschip hebt laten zinken en er busladingen STAG-troopers naar je op zoek zijn of is de halve stad vergeven van de zombies. Had ik dat eerder geweten dan had ik waarschijnlijk veel eerder aan de storyline gewerkt, maar zoals mijn oma altijd al zei: "Achteraf kijk je een koe in de kont."

Aan het eind van het liedje blijft Saints Row: The Third voor mij gewoon een supertoffe game. Een spel met een leuk verhaal, maar waar je vooral bizarre en absurde dingen kan doen en doet puur omdat het kan. Juist die over-de-topmogelijkheden en compleet onzinnige absurditeit maakt het voor mij zo interessant. Daarnaast maakt de game de zelf opgelegde hoge verwachtingen absoluut waar. Alle criticasters die roepen dat games aanzetten tot geweld hebben nog nooit Saints Row: The Third gespeeld, want wie in het echte leven kan doen wat je in Saints Row doet hoort in het Guinness Record-boek thuis. Doe mij elk jaar zo'n game en ik weet nu al wat mijn GOTY elk jaar wordt.