Mario & Sonic op de Olympische Spelen

Het genre van Olympische Spelen-games is al behoorlijk oud en van oudsher bestaan deze spelen vaak uit een grote collectie button-bash games die grafisch niet bijzonder zijn. Aangezien de Nintendo DS over een touchscreen beschikt, zou dit een hoop mogelijkheden moeten bieden aan de makers van dit spel. Maar of deze mogelijkheden ook benut worden?

Mario & Sonic op de Olympische Spelen is een minigame-verzameling zoals deze ook op de Wii verscheen, ruim twee maanden geleden. Met het team van Mario en het team van Sonic kan je allerlei Olympische activiteiten ondernemen, natuurlijk om te zien of jij het Olympisch goud binnen kan slepen. Er zijn zestien speelbare characters om uit te kiezen, elk gecategoriseerd in Power, Skill, Speed of All-round. Dat dit niet meer dan een benaming is, is al vrij snel duidelijk: Bowser is net zo goed in schermen als Sonic in rennen is, waardoor het niet meer dan een kwestie van voorkeur is wie je kiest. Leuk is het wel, om na al die jaren Mario en Sonic in dezelfde game te zien. Wonderbaarlijk genoeg mixen de verschillende karakters ook goed met elkaar, wat het speelgenot enigszins verhoogt.

Er zijn een flink aantal sporten beschikbaar, variërend van atletiek, gymnastiek en watersport tot tafeltennis. Ook is er een Dream Course waarop je een aantal games die je niet op de Olympische Spelen tegenkomt zult vinden, zoals tafeltennis met speciale powermoves. De hoeveelheid games die beschikbaar zijn, is in eerste instantie beperkt en zul je dan ook in single-player vrij moeten spelen. Tenslotte is er een emblemen-systeem, dat werkt als achievements: bij een aantal bijzondere situaties (bijvoorbeeld je eerste valse start) en voornamelijk bij het behalen van veel gouden medailles krijg je een nieuw embleem. Dit is natuurlijk voer voor diegenen die graag een spel op 100% uit willen spelen, maar vanwege de lage onderlinge verscheidenheid tussen de karakters zullen de meesten niet met alle karakters alle onderdelen op goud behalen.
Naast de onderdelen zelf zijn er ook een aantal missies waarin je specifieke opdrachten uit moet voeren, zoals een bepaalde afstand gooien met speerwerpen, of in drie sprongen minstens twintig meter ver springen. Op zich een leuke uitbreiding van de mogelijkheden die de sporten bieden.

Met het aantal spellen, de mogelijkheden en variatie die geboden worden en de beloningen die je krijgt voor het spelen van deze sporten zit het dus wel goed. Toch zit er een keerzijde aan Mario & Sonic at the Olympic Games: de spellen zelf. De meeste van de spellen zijn van de Wii versie gekopieerd, en daar is niet bijzonder streng geselecteerd op welke spellen nu een succes waren en welke niet. Zo kun je nog steeds schermen, wat op de Wii al niet bijzonder leuk was, maar ook op de DS niet erg goed uit de verf komt. De besturing is wat onhandig en het duurt vaak te lang voordat de DS begrijpt welke actie je nu precies wilt doen, tenzij je echt bliksemsnel bent. Sommige spellen werken dan wel bijzonder goed op de DS, zoals het boogschieten waarbij je met de stylus een vierkantje moet richten en op het juiste moment los moet laten. Het onderlinge verschil tussen de spellen is bijzonder groot, niet alleen in moeilijkheidsgraad maar ook in hoeverre het lijkt op andere sporten. Bij het atletiekonderdeel zijn alle spellen een variant van elkaar: bij hardlopen moet je snel van links naar rechts schuiven op het scherm, bij het hordelopen moet je daarnaast af en toe op het scherm tikken om over een horde te springen, en bij verspringen en speerwerpen moet je na het lopen een streep op het scherm tekenen. Niet erg veel variatie in dat onderdeel dus, maar sommige andere onderdelen, zoals het wielrennen, kennen dan wel een erg leuke besturing: met de L en R knop afwisselend de pedalen trappen, tactisch van baan switchen om te slipstreamen en goed opletten of je stamina niet te hard achteruit gaat. Kortom: de meeste spellen zijn best leuk om te spelen, maar dankzij een besturing die veel dezelfde basics heeft is het niet zo gevarieerd als het had kunnen zijn. Ook zijn sommige van de spellen veel te gemakkelijk: meer dan eens zul je bij je eerste poging het Olympisch- of wereldrecord verbreken.

Een belangrijk onderdeel van Mario & Sonic at the Olympic Games is de multiplayer. Via de download-play optie kan je een redelijk aantal spellen tegen elkaar spelen, wat verder uitgebreid wordt als je allebei over een cartridge beschikt. Het grootste nadeel van de multiplayer is echter dat je zelden écht samen speelt: vaak moet je wachten tot de ander ook klaar is, waarna de score op het scherm verschijnt en je de ander onder of boven je ziet op de eretribune. Hierdoor is het gevoel samen te spelen, wat je bij spellen als Wii Sports en Mario & Sonic op de Wii wel hebt, een stuk minder en daardoor ook een stuk minder leuk. Ook de online-functionaliteit is behoorlijk beperkt: de enige mogelijkheid die je hebt is om op een omslachtige manier de highscores (per sport) te downloaden en deze te proberen te verbeteren. Aangezien de Olympische- en wereldrecords niet een grote uitdaging zijn in Mario & Sonic at the Olympic Games, zorgt deze functie er wel voor dat je een wat reëler beeld hebt van de mogelijke scores en hoe goed je daadwerkelijk bent.

Tenslotte is de grafische kwaliteit van Mario & Sonic at the Olympic Games ruim voldoende: de 3D-weergave ziet er netjes uit, de karakters zijn mooi gerendered en de actie blijft altijd vloeiend, ook als je met meerdere spelers tegelijk op het scherm speelt (zoals tijdens het kanoën). Het geluid is niet bijzonder te noemen: wat onopvallende deuntjes en een grappig geluidseffect op z’n tijd zorgen ervoor dat het nooit saai wordt maar maken het spel ook niet spannender.