Onderzoek: Niet-gamers zijn gewelddadiger

Jongens die helemaal niet gamen hebben een groter risico om gewelddadig gedrag te vertonen dan jongens die dat wel doen. Dat is één van de conclusies van een jarenlang durend onderzoek uitgevoerd door Lawrence Kutner en Cheryl K. Olson. Niet de minste, eerder richtten zij het Harvard School Medical Center of Mental Health and Media op. Zij hebben dit onderzoek gepubliceerd in het boek 'Grand Theft Childhood'.

Hun onderzoek was door de Amerikaanse overheid gefundeerd met anderhalf miljoen dollar en is waarschijnlijk één van de grootste onderzoeken die op dit gebied zijn uitgevoerd. Gedurende het onderzoek zijn meer dan 1250 kinderen en 500 ouders ondervraagd.

Uit het onderzoek is gebleken dat er absoluut geen link is tussen gewelddadige spellen spelen en criminaliteit en geweldpleging onder jongeren. De laatste twintig jaar is de criminaliteit ook dramatisch verminderd, terwijl de videogames juist een enorme opmars hebben gemaakt.

Wel kan het spelen van videogames een zogenaamde 'risk marker' vormen. Dus een teken dat iemand een groter risico heeft om het slechte pad op te gaan. Een risicogroep daarvan zijn de jeugdigen die langer dan vijftien uur per week alleen gewelddadige spellen spelen. Bij jongens en meisjes die in deze categorie vallen is dit een teken dat zij wellicht een risico vormen. Maar, dit is dus een teken, en niet de oorzaak van mogelijk geweld.

De andere risicogroep zijn jongens die helemaal niet gamen. Gamen geeft je sociaal zelfvertrouwen. Als je gamet kan je makkelijker meepraten met andere jongens en vrienden maken. Als je niet gamet is dat als jongen lastiger en zodoende hebben die een groter risico om gewelddadiger gedrag te vertonen. Maar, zoals eerder gezegd, dit zijn eerder dingen waaraan je kan zien dat ze gewelddadig gedrag kunnen vertonen, dit zijn geen oorzaken van gewelddadig gedrag.