Ronald Plasterk getapte jongen

Even met onze ambassade in Amerika gebeld: “Goedemorgen, Oplopers hier. De heer Plasterk in de buurt?’

De ambassaderaad verbond mij fluks door met de bungelende bewindsman. “Hi Roland, how are you? May I please ask you a question?” Ronald Plasterk deelde mij mede dat ik hem gerust gewoon in het Nederlands kon aanspreken. Ik was niet onder de indruk van dit charmeoffensief: “Weet je, Roon, het bespaart de Amerikaanse variant van de KGB een hoop gedoe als ze mijn eloquente commentaar op de stand van ons land niet eerst nog hoeven te vertalen, dus ik dacht onze trouwste bondgenoot van dienst te zijn. Maar vertel eens, waarom moet ik om jou aan de lijn te krijgen, bellen met de ambassade in Amerika? Jij bent toch van Binnenlandse Zaken, en niet van de Buitenlandse?” De heer Plasterk antwoordde dat de zaken best eenvoudig lagen. Zijn telefoon werd wel afgetapt door de Amerikanen, maar de gegevens werden niet met Amerika gedeeld, terwijl tegelijkertijd zijn telefoon niet door de Amerikanen, maar door onze eigen geheime dienst werd afgeluisterd, waarbij de gegevens wel met Amerika worden gedeeld, behalve als het om gegevens gaat. Want die worden uiteraard niet aan de Amerikanen verstrekt. Hier kon ik geen soep van maken, dus ik liet de kwelling niet onnodig lang voortduren: “Laat maar, Roon. Hou maar op. Iemand die zulke wartaal uitslaat, lijdt aan een lelijke vorm van Alzheimer., Triest, maar waar. Mag ik je een goede raad geven, in de hoop dat je die nog kunt onthouden? Treed af. Doe slim. Bespaar je een onterend debat in de Kamer. Ga rustig leven. Echt, da’s beter.” Dit gezegd hebbende, verbrak ik de verbinding.

Overigens is mij de achtergrond van één ander detail in het nieuws van de afgelopen week wel duidelijk. Bij KPN verliezen duizenden mensen hun baan. Logisch. Dat werk wordt al lang door anderen gedaan. In Amerika.