Kankersmeris

Even met Den Bosch gebeld: Goedemorgen, Oplopers hier. De heer De Gruyter in de buurt?”

De terreinknecht vroeg mij om een ogenblik geduld. De voorzitter van de Raad van Commissarissen was even bij een advocaat langs. Mijn vraag of het hier ging om Dick Advocaat, werd ontkennend beantwoord. Na enige tijd kreeg ik alsnog de voetbalbobo aan de lijn. “Ha, Maarten! Hoe gaat het met je gescheiden ingang?” Chagrijnig antwoordde Maarten dat hij inmiddels wel genoeg had van alle commotie rond FC Den Bosch, dat te koop zou staan. En van grappen was hij niet gediend, beet hij mij toe. Fout. Tijd om het misverstand even op te helderen: “Het ís geen grap. Ik zie niet in, wat er nu zo lollig is aan de antwoorden die Guido van de Kamp en Willem Heeren gaven op de vragen die door een nepsjeik waren gesteld. Een beetje beweren dat homo’s bij Den Bosch worden geweerd…” De Gruyter schreeuwde dat het geen beleid is, maar gewoon een toevallig feit, dat er bij Den Bosch geen homo’s voetballen. Ik was niet overtuigd: “Gelul. Die jongens op het veld, die voetballen als mietjes. Stuk voor stuk. En ook roepen dat gescheiden ingangen voor het stadion tot de mogelijkheden behoren…” Het FC Den Bosch-kopstuk antwoordde dat gescheiden ingangen niet het gevolg waren van het paaien van achterlijke moslims, maar dat het te doen was om een ordelijker verloop van het in- en uitgaan van het stadion, zodat kwetsbare vrouwen zich in het gedrang niet zouden bezeren. Weer fout: “Dat Brabant grotendeels wordt bewoond door lomp klootjesvolk is van alle tijden. Dus dat je daar nu opeens mee aan komt zetten, is op z’n minst verdacht. Trouwens, ik begreep dat jullie ook bereid zijn, de naam van de club te veranderen?” De Gruyter antwoordde dat het anno 2013 van groot belang was, alle opties open te houden. Hoog tijd voor een  goedbedoelde tip mijnerzijds: “Ik word altijd zo vrolijk van die voetbalclub met de prachtige naam ‘Kozakken Boys’. Als we dan toch leuk een kledingstijl annex cultuurdingetje in de naam betrekken, weet ik best een aardige nieuwe naam voor dat zootje ongeregeld van je.” Nieuwsgierig informeerde de voetbalchef naar welke naam ik dan in gedachten had. “Burka Boys.” Kwaad verbrak de Bossche droplul de verbinding.
 
Denk nu niet, dat uitsluitend Den Bosch wordt geplaagd door voetbalkneuzen. Vlak Amsterdam niet uit. AJAX. Voor randdebielen door randdebielen. Moesten woensdag voetballen. In Milaan. De supporters vonden het nodig om, op weg naar het stadion,  met hun touringcar even halt te houden bij een groep vreedzame demonstranten, uit te stappen, wat rake klappen uit te delen en er vervolgens met hun bus als een speer vandoor te gaan. Volkomen terecht dan de Milanezen dat niet pikten. Het feit dat drie AJAX-tokkies later opnieuw een robbertje wilden matten en daarbij overhoop werden gestoken, tsja, dat vind ik dan wel weer een soort van rechtvaardig. Al met al is AJAX verdiend uitgeschakeld in de Champions League. Want het door hun aanhang gepleegde massale geweld, keer op keer, verziekt het mooie van de sport.
 
Over ziek gesproken. Ik heb het wel heel erg te doen met die Brabantse smeris die weigerde om samen te werken met een collega die aan kanker lijdt. Kijk, dan ben je behoorlijk ziek in je hoofd. De rechercheur in kwestie schreef in een e-mail "Behalve dat ik mij er ongemakkelijk bij voel, wil ik niet meer met haar op pad. Het idee dat ik op een klus af moet met een kankerpatiënt staat me niet aan." Kijk, dan ben je dus wel een heel sneue juut. Zo’n lul die op de middelbare school al werd gemeden als de pest wegens chronisch klikken en het altijd treiteren van dat jochie uit de tweede klas met z’n houten been. Zo’n eikel die uit pure frustratie smeris werd om zo veel mogelijk mensen lekker op de bon te slingeren. Zo’n lul met vingers. Het is aan de baas van het politiebureau om te beslissen of iemand die strijdt tegen kanker wel of niet in staat is om politiewerk te doen. En niet aan agent droplul. Ik ken diverse mensen die op het moment dat ik dit schrijf bezig zijn met een titanenstrijd tegen die verschrikkelijke ziekte. Mensen die ik bewonder om hun moed en doorzettingsvermogen. En wij allen kennen mensen die die gruwelijke strijd hebben verloren. En dan schrijft zo’n Brabantse recherchelul in een mailtje dus “Het idee dat ik op een klus af moet met een kankerpatiënt staat me niet aan." Het schijnt bij de rechter best een paar tientjes te kosten als je een agent beledigt. In veel gevallen zonder twijfel terecht. Je mag het dus niet zeggen, hè? Verboden. Toch past voor deze mafkees slechts één aanspreektitel. Kankersmeris.