Kapotgezopen kinderhersentjes

In de rubriek Plat Haags nemen TheGrandWazoo, Driek Oplopers, Luc van Lier en harry64 het Nederlandse politieke landschap onder de loep. Vandaag een open brief aan de burgemeester van Amsterdam.

Geachte heer Van der Laan, beste Eberhard,

De eerste keer dat ik je in levenden lijve een vlammend betoog mocht horen houden, was toen je nog volkshuisvestingsminister was. Op een jubileumcongres van de Huurdersvereniging Amsterdam sprak je, naar aanleiding van schaamteloze zelfverrijking van een corporatiedirecteur, rake woorden over de toezichthouders bij woningcorporaties. Kort samengevat: “Die toezichthouders hadden ogenblikkelijk en zonder enige aarzeling moeten zeggen: geef die sleutels van die Maserati maar hier.” De spijker op zijn kop. Met die duidelijke wijze van formuleren en die puike opvattingen had je in één klap mijn respect te pakken. En dat is sindsdien niet veranderd. Daarom ben ik blij dat je inmiddels burgemeester bent van mijn geliefde Amsterdam, de stad waar ik mijn hele leven al woon.

Maar ik schrijf je deze open brief zeer zeker niet om mij te beperken tot een overdaad aan kruiperige loftuitingen. Nee. Werk aan de winkel. Tot voor kort werd ik door niet-Amsterdammers veelal met enige jaloezie bekeken, maar tegenwoordig tekent zich een meewarige glimlach af op de gezichten van niet-Amsterdammers als ik ze vertel waar ik woon. Amsterdam. Ja ja.

En terecht. Want we staan nogal in ons hemd, als Amsterdammers.

De gemeenten moeten tegenwoordig toezicht houden op het verbod om aan kinderen alcohol te verkopen en op het verbod aan kinderen om alcohol bij zich te hebben. Dat is een goede maatregel, want alcohol heeft een erg slechte invloed op de ontwikkeling van jeugdige hersentjes. Winkels staan echter helaas bekend om hun hardnekkige weigering, zich aan het verkoopverbod te houden, zo blijkt jaar in, jaar uit uit onderzoeken door mystery guests. Controle op naleving van deze wetgeving is dus van heel groot belang. Deze controletaak is onlangs overgegaan van de NVWA naar de gemeenten en dat is ook ruim van tevorenbekend gemaakt. Helaas komt van deze controles in Amsterdam niets terecht. Amsterdam heeft nog geen mensen voor deze controletaak opgeleid. Een misser.

Nu is er wel meer mis in de Amsterdamse horeca- en winkelsector. En dan doel ik niet alleen op armetierige middenstanders zoals die bakker die consumenten op de mouw speldt dat hij prijswinnende oliebollen verkoopt. Nee, er is meer aan de hand. Winkeliers plaatsen deurmatten. En geheel clandestien niet aan de binnenzijde van de voordeur, maar aan de straatkant. Gelukkig wordt daar door de Amsterdamse overheid krachtdadig tegen opgetreden. Reeds de tweede werkdag van 2013 werd in de Jordaan uitvoerig op het illegaal op straat leggen van deurmatten gecontroleerd en werden er waarschuwingen aan winkeliers uitgedeeld. Mooi, dat krachtdadige optreden. Dat mag ik graag zien.

Maar toch. Het knaagt. En ik kan die meewarige blikken van die plattelanders niet uit mijn hoofd zetten. Want het ís natuurlijk wel een beetje raar. De Amsterdamse overheid komt niet toe aan het bestrijden van kapotgezopen kinderhersentjes omdat de winkelstand liever een tientje omzet meer maakt. Maar de overheid maakt wel menskracht vrij om krachtdadig op te treden tegen illegaal buitenwaarts gerichte deurmatten. We staan met zo’n grotelijks falende overheid totaal voor schut, Eberhard!

En jij bent het boegbeeld van die overheid. Ik merk dat ik verlang naar weer zo’n krachtdadige uitspraak van je. Zoals op die bijeenkomst van de huurdersvereniging. Klare taal. Ik roep je op, je gezag te doen gelden om te zorgen dat de stedelijke overheid zich niet bezighoudt met flauwekul zolang belangrijke taken niet worden gedaan. Centrale stad? Stadsdeel? Met dat onderscheid wil ik als burger niet worden lastiggevallen. Laat desnoods niet zozeer je formele, maar vooral je informele invloed gelden. En doe er wat aan.

Ik hoop spoedig van je te horen.

Hartelijke groet,

Driek Oplopers,

Amsterdam-Zuid