Straf voor GeenStijl

Even met het Democratisch Politiek Keerpunt (DPK) gebeld: “Goedemorgen, Oplopers hier. De heer Strijk in de buurt?”

De telefoniste vertelde mij dat de heer Strijk het pand inmiddels met slaande deuren had verlaten. Ik kreeg te horen dat de heer Brinkman wél aanwezig was. Ik stemde erin toe, dan maar met hem te worden verbonden. De gedesillusioneerde lijsttrekker van het Democratisch Populistisch Keerpunt (DPK) vroeg mij, waarmee hij mij van dienst kon zijn. “Ik belde eigenlijk die achterlijke nummer 2 van je lijst. Want ik word gespamd. Niet digitaal, maar gewoon ouderwets in mijn brievenbus. Door die Carlo Strijk van jou.” Brinkman bromde, dat spammen uitsluitend in de computerwereld aan de orde was en niet in het echte leven, dus dat mijn klacht nergens op sloeg. Ik was niet onder de indruk van dit zoveelste teken van het totale gebrek aan realiteitszin in het kapotgezopen harses van Brinkman, dus ik legde het hem even uit: “Nee, ouwe zuipschuit! Spammen kan ook in het echt. Wij hebben in Huize Oplopers zo’n sticker op de brievenbus. Zo eentje met NEE. In het rood. Geen ongeadresseerde rotzooi in de bus. Zet ik dinsdagavond de vuilniszak buiten. Vind ik in de brievenbus een pamfletje. Van die Carlo Strijk van jou. De gek. Als op mijn brievenbus staat dat ik geen ongeadresseerde rotzooi wil, dan betekent dat dat ik geen ongeadresseerde rotzooi wil. En al helemaal niet van de Democratisch Politieke Kutpartij (DPK).” Brinkman ontkende op hoge toon dat een pamflet van zijn club als rotzooi kon worden betiteld en stelde dat het knap lastig werken was met allerlei eigenwijze types. Daar had ik hem tuk: “Echt, alles wat jij aanraakt wordt rotzooi. Toen je nog smeris was. Die bekeuringen van omaatjes die niet snel genoeg overstaken en dan door jou op de bon werden geslingerd. Rotzooi. De door jou op te richten kinderafdeling van de PVV. Rotzooi. Je nieuwe partij, de Democratisch Politieke Klaplopers (DPK). Rotzooi. En nou ga je zeker een strijd voeren over de vraag of Strijk nou is weggelopen of dat je hem hebt weggestuurd. Maar mij maakt het niet uit. Volkomen terecht haalde je nul zetels in de Kamer. Zelfs de Piratenpartij en de Aluhoedjespartij haalden nog meer stemmen. Het volk moet je niet. En terecht.” Brinkman foeterde dat de kiezers het allemaal niet hadden begrepen, maar dat hij hoe dan ook op z’n post bleef. Bulderend van de lach verbrak ik de verbinding. Je bent niets, je hebt niets, je kunt niets, maar je blijft op je post. Hilarisch.

Net als Jolande Sap. Die blijft ook op haar post. Haar GroenLinks verloor twee derde van de stemmen en kwam dankzij een restzeteltje nog nét uit op een schamele vier zetels. Normaal gesproken sodemietert de lijsttrekker dan op. Zeker als ook nog duidelijk is, dat de lijsttrekker er een belachelijk besluit heeft doorgejast: we gaan naar Kunduz om Afghanen te leren hoe ze met een politiepakje aan parkeerboetes kunnen uitschrijven en NAVO-militairen kunnen vermoorden. Zeker als ook nog duidelijk is, dat de lijsttrekker niet in staat is om partijzaken ordelijk te laten verlopen zodat een overlastmarokkaantje de hele partij te kakken kan zetten met een veldslag om een hopeloze gooi naar het lijsttrekkerschap. Zeker als ook nog duidelijk is, dat de lijsttrekker zichzelf onsterfelijk belachelijk maakt met een uiterst lullige act met een stekkerblok tijdens de  algemene beschouwingen. En helemaal als ook nog duidelijk is, dat de lijsttrekker na de electorale dreun gisteravond nog blij loopt te doen over de PVV die zo heeft verloren: de PVV is er procentueel veel minder op achteruitgegaan ten opzichte van GroenLinks en is nu nog altijd zo’n vier keer zo groot. En dan, na een dag beraad, gisteravond zeggen dat je aanblijft. En met droge ogen beweren dat heel veel mensen sympathie hebben voor GroenLinks, dat heel veel mensen om haar heen echt een groenere samenleving willen. Tsja, dat zal best je referentiekader zijn als je nooit verder komt dan gebakken tofoe eten in Veganisties Aksierestaurant De Ouwe Brandbom. Echt, Jolande Sap staat totaal in haar hemd.

Net als Britt Dekker. Hoewel, op sommige foto’s schijnt ze zelfs dát niet aan te hebben. En over die foto’s is nu gesodemieter. Die foto’s waren bedoeld voor de Playboy, maar lekten uit. Ze waren op een Australische website gezet, maar waren voor een zoekmachine onvindbaar. Penosewebsite GeenStijl kreeg zomaar opeens de link in handen, en plaatste de link op de site. Met een hitsig verhaaltje daarbij. De tot dan onvindbare plaatjes werden door GeenStijl voor het grote publiek vindbaar gemaakt. Alles voor de kijkcijfers. De uitgever van de Playboy pikte dat terecht niet, en Britt evenmin. Logisch ook, want Britt kreeg een bedragje per verkochte tiet. De rechter oordeelde dat GeenStijl de foto’s had openbaar gemaakt en besliste dat GeenStijl daarom schadevergoeding moest betalen. Volkomen terecht. Immers, de link was voor het publiek onvindbaar en pas na publicatie van de link op GeenStijl was deze wel vindbaar voor de vele duizenden laagopgeleide randdebielen die in groten getale GeenStijl bezoeken. GeenStijl doet nu huilie huilie en suggereert dat het plaatsen van links op websites voortaan verboden is. Fout. Het plaatsen van links is niet verboden, maar het voor het publiek openbaar toegankelijk maken van gestolen fotomateriaal is natuurlijk heel wat anders. Ik heb veel moeite met de hypocrisie van GeenStijl. Ze slopen reputaties, hebben schijt aan alles maar gedragen zich als een dreinend kind als iets niet van ze wordt gepikt. Al eerder toonde de website door een buurman gejatte pornografische privéfoto’s van een televisiepersoonlijkheid, en daarmee gingen ze ook op hun bek. Mooi zo.

Niet zo mooi, echter, is het bericht dat er een Troskompas Oeuvre Award bestaat. Nou ja, ik werd wel vrolijk, eigenlijk. De Troskompas Oeuvre Award. Dat is voor mij toch net zoiets als de Blokker Design Trofee of de Aldi Vergulde Culinairprijs. Hou toch op. De Troskompas Oeuvre Award. Hoe langer ik erover nadenk, hoe vrolijker ik word. De Tros die een prijs uitreikt aan iemand die een grote bijdrage heeft geleverd aan het Nederlandse lied. Ik zie op zaterdag zo af en toe een klein stukje van een soort Tros Nederlandse Sterrenfestijn. Vanuit een soort pannenkoekentent. Het voltallige personeel van de sociale werkplaats deint mee met de muziek van onvoorstelbaar beroerde artiesten die kansloos staan te playbacken. Of met liedjes uit de oude doos van die oude doos Imca Marina. Maar een echt stralend humeur kreeg ik toen ik las dat de Troskompas Oeuvre Award dit jaar naar Jantje Smit gaat. Die knul maakt zulke lullige liedjes dat zelfs golddigger Jolanthe Carbouw van Woonwagen hem met het schaamrood op de kaken inruilde voor een ondermaatse voetballer en het hele dorp van pure ellende aan de coke zit. En ik zie een kans. Volgende week zaterdag reik ik hem uit. Aan mijzelf. De Nationale Driek Oplopers Literatuurprijs.

DRIEKOPLOPERS
Deze troep wil ik dus niet in de brievenbus.