Handreiking aan Bert Overbeek

Het waren verhitte dagen. En dan bedoel ik niet het tegenvallende voorjaarsweer, maar de bonje die ik heb gemaakt met Bert Overbeek. Even in een notendop. Hij schreef een column waar ik het volstrekt mee oneens was. Mijn commentaar werd echter onder die column niet geplaatst, wat voor mij een etmaaltje later aanleiding was om er maar even met gestrekt been in te gaan. Op z’n Drieks, dus met naast een aantal inhoudelijke argumenten ook een flinke handvol pesterijtjes. Dat hoort nu eenmaal bij mijn columnstijl. Uitvergroten, niet van dat voorzichtige. Maar goed: Bert beledigd. Dat leidde tot wat gesputter van hem onder zijn gewraakte column, en bij mij tot een vilein naschrift.

En het leidde tot nog wat anders. Een nieuw betoog van Bert. Dat is een mooie stap. Hij geeft aan, dat hij een vriendelijk woord op zich ondanks ons daverende verschil van mening wel op prijs zou stellen. Maar natuurlijk. Daar ga ik op in. Zelfs de handreiking waar Bert niet om durfde te vragen, is er.

Beste Bert,

Ja, ik vind nog steeds dat je het onhandig hebt aangepakt met je eerstgenoemde column. Je hebt mijn eerste reactie onterecht niet geplaatst. Want hij was niet beledigend, en je werd daarin niet voor gek gezet. En ook tijdgebrek was niet aan de orde, immers, je had wél tijd om via Twitter op mij te reageren. Jammer. Had je mij niet op je eigen site de mond gesnoerd, dan was onder jouw column op je eigen website meteen een mooie discussie ontstaan. Mede aangezwengeld door mijn aftrap. Een debat dat over de inhoud ging. Over of alle wanprestaties van de NS nu te wijten zijn aan die slechte infraleverancier of niet. Over de vraag of reizigers nu naar hartenlust mogen klagen of niet. Juist door een verhaal stevig aan te zetten, zoals jij ook had gedaan, Bert, kun je mooie discussies uitlokken. Kijk hier maar eens.  Gooi een steen in de vijver en het debat volgt vanzelf, zoals je inmiddels gelukkig wél onder je column laat zien. In plaats daarvan ontstond woensdag naast jouw column helaas een soort van vuile oorlog. Jij verkoopt gebakken lucht en ik schrijf bullshit. Nee, daar helpen we de reiziger mee vooruit…

Maar goed, Bert, de poppenkast heeft lang genoeg geduurd. Ik heb mij in mijn rol van gooi- en smijtcolumnist (waarin ik mij zeer thuis voel als tegenpool voor de serieuze en afgewogen wijze waarop ik als een van de oprichters en partners van de Maatschappij Voor Beter OV op wil komen voor de OV-gebruiker) weer even fijn met een vette grijns op m’n bek kunnen uitleven, en ook jij hebt je zegje wel gedaan.

Je constateert terecht dat we allebei hetzelfde willen. Dat er beter voor de klanten van het OV wordt gezorgd. Want dat verdienen ze. Dat, Bert, lijkt me een mooi argument om de strijdbijl weer te begraven. En als je goede ideeën hebt over het verbeteren van het OV, dan hoor ik ze graag. De reizigersclub die ik mede mag besturen is daarvoor een mooie spreekbuis. Nee, een biertje zit er niet in. Want ik moet je wat bekennen, iets dat ik ook verzwegen heb voor dat vriendelijke meisje met haar bierscriptie bij de CoffeeCompany: ik lúst helemaal geen bier. Maar een koppie koffie als je eens in de buurt van Amsterdam bent, lijkt me prima. Ik trakteer.