Oranje muts voor lul

Het was vandaag extreem winterweer, dus daar stond ik dan. Goed ingepakt en voorzien van de juiste isolatiematerialen. Oranje muts op m’n knar, bijpassende vrolijke handschoenen en een fijne -door mijn lief met hartstocht gebreide- wollen das. Tot hilariteit van een paar aardige NS’ers, die met plezier een paar foto’s wilden maken. Dus op volmaakt belachelijke wijze ben ik nu voor het nageslacht vereeuwigd. En ook in die uitstekend verwarmde trein had ik de lachers op mijn hand.

Nee hoor, ik heb niet de hele dag voor lul gelopen. Althans, niet erger dan anders. Naast enige hilarische momenten, ingegeven door mijn lieve echtgenote en zoon, heb ik de rest van het veldwerk vandaag redelijk incognito gedaan. Muts, handschoenen en das discreet in mijn boekentas. Want er is maar één manier om te kijken of een product deugt. Een taart door er een hap van te nemen, een jas door hem aan te trekken en de trein door in te stappen. En dat heb ik dus gedaan, vandaag. De oefening met die nooddienstregeling voor extreem weer onder de loep.

Een paar weken geleden werd ik hartelijk uitgenodigd op het hoofdkantoor van ProRail. Want ProRail en NS schaamden zich een beetje voor het fiasco toen het de afgelopen winter een paar dagen flink sneeuwde. Door een vergissing waren de wisselverwarmingen die moesten voorkomen dat de boel vastvriest hier en daar uitgezet, andere wisselverwarmingen bleken niet op hun taak berekend en de compressors van veel treinen gingen kapot door de stuifsneeuw. Huh? Compressors? In elektrische treinen? Ja. Want treinen rijden op stroom, maar remmen op luchtdruk. Net als vrachtwagens. In ieder geval, er moest een list worden verzonnen om als het extreem slecht weer was de treindienst nog zo goed en zo kwaad als het gaat op gang te houden. Ik werd openhartig bijgepraat over de bedachte oplossingen. Een nooddienstregeling, waarbij treinen slechts tussen de belangrijkste stations heen en weer rijden, zodat er niet veel wissels hoefden te worden omgezet, en storingen niet als inktvlekken over het hele spoorwegnet zouden uitdijen. En in overleg met minister Eurlings was besloten, dat hele principe ook te oefenen. En dat oefenen, dat gebeurde dus vandaag.

Ik had mij publiekelijk positief uitgelaten over de noodzaak, om die speciale dienstregeling met alles erop en eraan eenmalig te oefenen. Dat kwam mij op veel kritiek te staan. Want onnodig een uitgedunde dienstregeling rijden, dat was een belediging aan het adres van de reiziger, een schandalig plan, bedacht door systeemautistische incompetente treintjesrijders, heette het. En ik was niet goed snik, dat ik dat experiment had omarmd. Het zij zo. Maar echt, ik vind dat je sommige zaken niet in een theoretische namaakomgeving kunt oefenen. Die taart hè, daar kun je een leuk recept voor opschrijven, maar je zult hem toch écht eerst een keer moeten bakken en proeven voordat je weet of ‘ie te vreten is. Voor een jas kun je een prachtig patroon tekenen, maar je zult hem toch écht eerst in mekaar moeten naaien en aantrekken, voordat je zeker weet of ‘ie past en lekker zit. En dat geldt dus ook voor deze nooddienstregeling. Niks computersimulatie. Niks passagierscijfers op een tekentafel. Gewoon proberen, en dan op een tijdstip waarop je de hinder kunt beperken. Dus op een zondag, en ruim van te voren aangekondigd. Ik sta nog steeds voor de volle 100% achter die oefening van vandaag. Want er waren toch dingen die in de praktijk zijn gebeurd, maar die je in een simulatie nooit boven water had kunnen krijgen.

Maar goed, vandaag dus wat met de trein gereden. En ik moet zeggen, dat het in mijn ogen vrij goed is verlopen. De treinen waren in het algemeen niet overvol, de sfeer onder de reizigers was goed en passagiers wezen elkaar ook de weg naar hun trein. De gratis verstrekte koffie, soep en gevulde koeken vonden gretig aftrek en er was voldoende personeel op de stations aanwezig voor het verstrekken van informatie. Het was echt alle hens aan dek. Toen ik even op een bankje in de hal van Utrecht Centraal de boel zat gade te slaan, kwam een goede bekende van mij zelfs breed grijnzend op mij aflopen. “Zo, jij bent ook aan het kijken hoe het gaat?” Het was een van de perswoordvoerders van de NS, met wie ik al jaren een zeer vriendschappelijke verstandhouding heb. Ik krijg op m’n lazer van hem als ik weer eens -in zijn ogen-  te streng ben geweest in mijn uitlatingen over het spoor, maar hij laat er nooit een misverstand over bestaan dat ‘ie dondersgoed doorheeft, dat mijn doel is met mijn kritische blik de spoorwegen en vooral de reiziger vooruit te helpen. Die bekende hield zich in de hal van Utrecht Centraal bezig met het informeren van reizigers. Vrolijk moesten wij lachen om het echtpaar van middelbare leeftijd, dat een pamflet op een geel vertrekbord opzij deed om te kijken hoe laat hun trein niet ging. Ze zijn uiteraard wel op de goede trein gezet.

Toch vielen er ook minpunten te constateren. Er kwamen weinig conducteurs door de trein om informatie te verstrekken en de reisplanner op de website van de NS was de hele dag buiten gebruik, zodat reizigers noodgedwongen naar OV9292 moesten worden doorverwezen. Ook bij de grote storingen van de afgelopen winter was de website van de NS onbruikbaar, dus dat probleem (veel reizigers die de reisplanner raadplegen) was wel bekend, maar is nog niet opgelost. Een stevige misser, als ik zo vrij mag wezen.

En er is nóg een misser. Zonet een telefoontje. Van een reiziger die een schandalige behandeling ten deel was gevallen. Hij moest van Amsterdam Centraal naar Rotterdam. Twee dagen geleden had die reiziger heel zorgvuldig op de reisplanner gekeken. Tien voor acht weg vanuit Amsterdam Centraal. Die reiziger had een fiets bij zich, en braaf een “dagkaart fiets” gekocht. De reisplanner vertelde niets over een fietsverbod in die trein. Maar het bleek de “Beneluxtrein” te zijn, u weet wel, die leuk opgeschilderde pimpelpaarse Fyratrein. En die reiziger werd door de conducteur met fiets en al de trein weer uitgestuurd. Hij moest omrijden via Utrecht. Eerst wachten op die trein. Vertraging. Een zodanige vertraging dat die passagier in Utrecht zijn aansluiting miste, en daar ook nog fijn 29 minuten moest wachten. In plaats van de gebruikelijke vijf kwartier was die passagier nu het dubbele kwijt aan reistijd. Met dank aan de gebrekkige reisinformatie en een dienstklopper-conducteur die op geen enkele wijze op zo’n speciale dag rekening met de passagiers wil houden.
Kijk, dát is óók iets, wat je in een computersimulatie nooit en te nimmer boven water krijgt.

En dan nog iets: leuk en aardig, die aangepaste winterstormextremesneeuwvaldienstregeling, maar het kan natuurlijk niet zo zijn dat die de komende winter frank en vrij wordt toegepast zodra er vijf centimeter sneeuw valt of het vijf graden vriest. En de dienstregeling kan sowieso pas worden uitgedund, wanneer er na een negatief reisadvies nog maar zo weinig reizigers zijn, dat ze niet onder erbarmelijke omstandigheden op perrons achter hoeven te blijven. En de problemen die vandaag zijn gesignaleerd (website van NS doorgebrand en conducteurs die er een potje van maken) dienen te worden opgelost. Want vandaag was het niet al te koud en winderig voor een extreem winterse dag, maar als het écht slecht weer is, dan zul je reizigers nog beter moeten behandelen dan vandaag. Want dan is het niet te doen, op zo’n ijskoud perron, met uren vertraging. Niet uit te houden. Zelfs niet met zo’n fijne oranje muts.

Koud hè?!