Genaaid bij Albert Heijn (6)

Sorry. Het spijt me. Al die herrie van die onbedaarlijke lachbui. Excuses aan de buren. Excuses aan buren uit de hele straat, die gisteren het commentaar bij onze glorieus verlopen voetbalmatch niet hebben kunnen verstaan. Maar ik houd het echt niet droog als ik een plan van Maria van der Hoeven zie. Economische Zaken wordt beschouwd als een van de onbelangrijkste ministeries, dus daar is altijd wel een plekje voor een domme minister die nog even aan een baantje moest worden geholpen. Een onzinbaantje voor een onzinminister op een onzinministerie. Van der Hoeven. Gefaald als onderwijsminister, bespot sinds haar poging ‘Intelligent Design’ tot uitgangspunt in het wetenschappelijk onderwijs te bombarderen, en dus nu de politieke baas op EZ.

Opnieuw toverde Maria een belachelijk plan uit haar hoge hoed. Oliemaatschappijen moeten als het aan haar ligt verplicht op internet hun tarieven publiceren. Zodat de automobilist kan kiezen voor het goedkoopste tankstation. Zo op het eerste gezicht een sympathiek idee, maar als je er even over nadenkt… Waarom zou de automobilist recht hebben op meer informatie dan andere consumenten? Waarom zou de automobilist meer keuzevrijheid mogen hebben dan andere reizigers?

Om met die laatste vraag te beginnen: automobilisten hebben dus het recht om te kiezen voor de goedkoopste benzine. Maar waarom hebben reizigers in het openbaar vervoer geen soortgelijk recht? De treinreiziger kan maar kiezen uit één spoorwegmaatschappij, de busreiziger uit slechts één busonderneming. De passagier heeft geen enkele invloed op de prijs van zijn kaartje. Voor de zoveelste keer wordt de OV-klant gedegradeerd tot een soort tweederangs consument. Ooit was er een mogelijkheid dat op één spoortraject verschillende treinmaatschappijen zouden rijden, tegen verschillende tarieven. Door sabotage door de NS en wanbeleid door de toenmalige verkeersminister is aan die mogelijkheid een einde gemaakt. Sindsdien zijn de tarieven voor trein en bus geëxplodeerd. Veel harder gestegen dan de inflatie. Maar CDA-minister Van der Hoeven wil de automobilist goed beschermen tegen het risico dat die een cent per liter te duur tankt. Een beleidsmatige aanfluiting dus.

En dan dat informatierecht. Ik heb veel respect voor die whizzkid die al heel snel een prachtige website maakte, waarop hij alle mobiele-telefonietarieven in ons land vergeleek. Super inzichtelijk. Op zo’n manier worden consumentenbelangen gediend. Iedereen kan moeiteloos uitvinden, wat de beste aanbieding van welke telecomcowboy voor hem de beste is, zonder dat allerlei spetterende reclames hem zand in de ogen strooien. Daar hebben we dat rare idee van Maria dus helemaal niet voor nodig. Trouwens, bij ieder tankstation staat toch een enorm bord met de prijzen erop? Dus wat voegt zo’n website dan toe? En waarom zou je uitsluitend zo’n verplichte prijzenwebsite voor LPG, Euro Loodvrij en Stinkdiesel moeten hebben. Waar blijven dan de verplichte prijswebsites voor brood en beschuit? Voor melk? Voor konijnenvoer? Voor limonadesiroop en nylon sokken?

En dat, de prijs van gewone boodschappen, brengt mij op een andere vraag. Waarom heeft Maria’s flauwekulministerie nooit écht serieus iets verordineerd over de leveringsplicht van allerlei artikelen waarvan in reclames een bodemprijs wordt genoemd? Natuurlijk, lokkertjes met spotgoedkope computers bij een supermarkt, waarvan er slechts vijf per filiaal beschikbaar zijn: nou, vooruit. Maar prijsreclames die vallen binnen het basisassortiment van een onderneming dienen altijd te worden nagekomen, desnoods in de vorm van korting op een duurder, soortgelijk product.

In dat kader kijk ik maar weer eens naar Albert Heijn. Die winkelketen blijft maar proberen, de consument wijs te maken dat ze echt wel meevallen, qua duur. Grote reclameborden schreeuwen je toe dat er drie prijsklassen zijn. Als duurste de bekende merken, als middenprijs het AH-huismerk en als goedkoopste het discountmerk. Kijk ik even naar de volle melk. AH-melk kost ongeveer een euro, Zuivelhoeve’s discountmelk 70 cent. Zelfde (want wettelijk voorgeschreven) kwaliteit. Slechts zelden is de Zuivelhoeve-melk in het schap van mijn Albert Heijn te vinden. Als je geluk hebt is een winkelbediende bereid om voor je in het magazijn te kijken of de discountmelk daar nog voorradig is. Soms is dat zo, soms ook niet. Maar op zijn minst is daar dus sprake van een kinderachtig ontmoedigingsbeleid. Ik zeg het maar weer eens een keer: u wordt genaaid bij de Albert Heijn. Ze lokken je hun winkel in door je goedkope discountmerken te beloven, maar hebben die dus niet in de schappen staan.

Als Maria van der Hoeven nog een béétje serieus wil worden genomen, zet ze haar ambtenaren morgenochtend vroeg aan het werk om voor haar opvolger een wetsvoorstel te schrijven dat regelt dat winkeliers altijd verplicht zijn, hun aanbiedingen daadwerkelijk in de winkel op de plank te hebben en dat wanneer dat niet het geval is, een duurdere variant tegen de beloofde lage prijs dient te worden verkocht. Zonder dat de klant eerst een winkelbediende om hulp hoeft te vragen of anderszins wordt ontmoedigd. Ook voor reclame moet gelden: beloofd is beloofd!