Censuurburgemeester

Even met het Stadhuis van Utrecht gebeld: “Goedemorgen, Oplopers hier. De heer Wolfsen van de Stafafdeling Omkoping en Censuur in de buurt?” Doodse stilte. Dus ik drong aan: “Wolfsen, Aleid Wolfsen.” Pas toen wist de telefoniste, wie ik bedoelde. De burgemeester zélf. Na veel vijven en zessen kreeg ik de mentaal getormenteerde voormalige rechter aan de lijn. “Wat wil je, Driek? Hou het kort, want ik heb de slag te pakken. Wanneer jij iets schrijft dat mij niet zint, pleeg ik gewoon even een telefoontje naar de heer Danny, en dan zul je zien, dat je tekst als sneeuw voor de zon verdwijnt.” Ik vond dat ik deze belediging niet ongestraft kon laten passeren, dus ik antwoordde stellig: “Schei toch uit, de heer Roodbol heeft meer karakter in z’n pink, dan jij in je hele lichaam, idioot! Trouwens, waarom wordt in Utrecht carnaval pas in april gevierd?” Opnieuw doodse stilte aan de andere kant van de lijn. Dus ik lichtte mijn vraag even toe: “Met carnaval is iedereen toch vermomd? Bij jullie ook: een als burgemeester vermomde etter snoert een als informatiekrant vermomde reclamefolder de mond door een omkooptelefoontje aan een als uitgeverij vermomd reclamebureau. Laat Wim Kersten en de Viltjes maar komen, zou ik zeggen.” Wat een droefheid. Burgemeester Wolfsen die zijn zin niet krijgt over een kritisch artikel over zijn huisvestingsvergoeding, die in zijn hoedanigheid van grote adverteerder de uitgever van het huis-aan-huisblad belt, en voor elkaar krijgt dat de editie wordt herdrukt zonder het gewraakte artikel erin. Toch moet mij van het hart dat niet alleen Wolfsen een scheve schaats rijdt: ook Uitgeverij Holland Combinatie speelt een kwalijke rol. Buiten je hoofdredacteur om de inhoud van een krant wijzigen is niet bepaald fatsoenlijk. Maar hoe dan ook: de Utrechtse burgemeester Aleid Wolfsen is niet goed snik. Hij zei in een spoedzitting van de gemeenteraad dat het hem spijt dat ‘ie de indruk heeft gewekt dat persvrijheid niet belangrijk zou zijn. O? En wie heeft die huis-aan-huiskrant dan de mond gesnoerd?

Wolfsen heeft het sowieso lekker voor mekaar in Utrecht. Mensen die niet aan het seksuele standaardplaatje voldoen worden onder zijn neus door vervelende kut-allochtoontjes hun huis uit getreiterd, en randgroepjongeren krijgen van overheidswege een cursus kickboksen aangeboden. Hoe knettergek kun je zijn, als je dát als burgemeester pikt. Hij zou de verantwoordelijken in elkaar moeten rossen met zijn ambtsketen, in plaats van bij Pauw en Witteman een beetje gaan zitten neuzelen “dat het allemaal vrij gevoelige materie betreft, waar we als overheid voorzichtig mee om moeten gaan,” ofzoiets. Rot toch een eind op!

Maar ja, geschifte burgemeesters. Het heerst. We schakelen over naar Enschede. Daar is gedoe over een seksclub. In het bestemmingsplan staat aangegeven, dat op een bepaald adres uitsluitend een seksclub mag worden gevestigd. Verder niets. Maar in de gemeentelijke prostitutienota staat dat seksclubs niet minder dan 100 meter bij een school vandaan mogen zijn. De naburige school is slechts 80 meter verderop. Helaas. Ik vroeg mij trouwens af, of een seksclub sowieso een schijn van kans maakt heeft in de buurt van een school: een beetje hoer kost naar verluidt al gauw een paar briefjes van 50, terwijl een middelbare-schoolmeisje het al schijnt te doen voor een Breezer, tegen afbraakprijs te koop bij de buurtsuper… Maar goed: geen vergunning voor een seksclub dus. Jammer, want ik vind die namen van die prostituees altijd zo leuk. Haagse Annie. Delftse Toos. Bossche Ada. Utrechtse Aleid. Maar toen de eigenaar van het etablissement bij de burgemeester aanklopte voor een vergunning om dan maar een gewoon café te beginnen, kreeg ‘ie die vergunning óók niet. Want in het bestemmingsplan staat dus dat er uitsluitend een seksclub in het gebouw mag worden uitgebaat. De arme man heeft dus een zaak waarin hij uitsluitend een bedrijf mag vestigen dat ‘ie er niet mag vestigen, en dat ‘ie er dus niet mag vestigen. Kafka ten top! Duidelijk: om burgemeester te worden hoef je niet te hebben doorgeleerd…

Burgemeester is trouwens niet het enige beroep waar je niet voor hoeft te hebben doorgeleerd. Wat dacht u van kamerlid? Ik noem een Rita Verdonk. Zij heeft de ultieme methode bedacht in de strijd tegen het hand over hand toenemende aantal overvallen op winkels. Verplicht je capuchon af als je een winkel binnen gaat. Want overvallers zijn anders zo onherkenbaar, op de beelden van de bewakingscamera. Leuk geroepen door het Trotse Nederlandboegbeeld, maar het slaat natuurlijk nergens op. Want zou er ook maar één overvaller zijn, die, terwijl hij het winkelpersoneel bedreigt met een pistool, braaf zijn capuchon even omlaag doet, en vriendelijk naar de beveiligingscamera lacht omdat dat moet van Rita? Schei toch uit… Er zijn wel betere manieren om overvallen op winkels en cafés tegen te gaan. In Rotterdam wordt een proef gehouden met een apparaat dat, wanneer de overvaller de zaak verlaat, hem onderspuit met rode verf. Kijk, dán is in ieder geval de dader eenvoudig te traceren. Een beetje de menselijke variant van de plofkoffer, die wordt gebruikt door geldlopers: maakt een onbevoegde hem open, dan is al het geld besmeurd met verf, en dus onbruikbaar. Maar misschien is de beste aanpak van het probleem nog wel de creatieve winkelier. Ik ben nog steeds erg te spreken over de actie van een juwelier uit Almere, die toen zijn zaak werd overvallen naar buiten rende en het rolluik omlaag trok. Overvallers als ratten in de val! Maar nee, hoor, de geachte afgevaardigde Verdonk weet het beter. Capuchon-embargo… Misschien wil mevrouw Verdonk binnenkort ook nog even voorstellen, potentiële zakkenrollers te verplichten alvast een zwart balkje voor hun ogen te dragen, zodat ze beter te herkennen zijn op locaties waar veel mensen bij elkaar komen, zoals de Keukenhof…

Ach ja, de Keukenhof. Een verbazingwekkend stukje oer-Hollandse truttigheid. Bussen vol toeristen die volgehangen met camera’s het ene bloemperk na het andere bekeken, en vastlegden op de gevoelige plaat zodat de kleinkinderen ook nog konden zien hoe opa en oma hun tijd vergooiden aan bespottelijke flauwekul. Toch was er één lichtpuntje. Bulderend van de lach las ik, dat er dit jaar met Pasen meer Chinezen waren. Nee, voor mij hoeft dat niet, bollen kijken met een buik vol Foe Yong Hai…