Genaaid bij Albert Heijn (slot)

Zelfs bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit aan de schandpaal genageld. Nu lijkt het wel, alsof iedereen het op Albert Heijn gemunt heeft. Er wordt geklaagd over het feit dat in hele buurten in Amsterdam en Den Haag uitsluitend nog filialen van Albert Heijn zijn gevestigd. Andere supermarktketens verlieten die wijken. Maar eerlijk is eerlijk, dát kun je Albert Heijn niet kwalijk nemen, en het stond ze vrij om een aantal winkels van de C1000 over te nemen. We willen in Nederland toch meer marktwerking?

Maar klanten zijn ongerust. Bang dat Albert Heijn nu misbruik van zijn monopoliepositie in sommige buurten zal maken. Maar is die angst wel terecht? Hoe zou Albert Heijn dat kunnen doen? Ze zouden in theorie in die buurten in hun winkels hogere prijzen kunnen hanteren dan in andere filialen. Maar dat zullen ze wel uit hun hoofd laten: dat zou zeker leiden tot een actie van Economische Zaken. Maar erger nog: de publicitaire schade zou dan niet te overzien zijn. Dik kans, dat het publiek in de rest van Nederland opnieuw tot een kopersstaking zou overgaan. Wat dat betreft heeft Ahold zijn lesje wel geleerd na de ophef die ontstond over het vorstelijke salaris van puinruimer Moberg!

En het heel erg slecht functionerende Albert Heijn-filiaal waar ik hier  http://frontpage.fok.nl/column/8232/1en en hier http://frontpage.fok.nl/column/8409/1 en hier http://frontpage.fok.nl/column/8740/1 over schreef, ligt op een steenworp afstand van winkels van de concurrenten Dirk van der Broek en Lidl. Dus Albert Heijn maakt blijkbaar geen onderscheid tussen winkels in monopoliewijken, en winkels in buurten met concurrentie om de hoek. Het is eerder een kwestie van onmacht, lijkt het wel.

Ik heb strenge columns geschreven. Over prijzen die niet kloppen. Onbeschoft en dom personeel. Slechte organisatie. Maar ik wil deze reeks columns afsluiten met een optimistische blik naar de toekomst.

Alleen maar lafbekkerig een paar scheldcolumns schrijven, dat is één ding. Maar ook daadwerkelijk midden in de winkel achter je opvattingen blijven staan, dat is twee. En ik sta voor wat ik schrijf, en ben voor de Duvel niet bang. Dus liep ik al een tijdje rond met het plan, de filiaalmanager eens aan te spreken. Maar dat valt niet mee. Als je in de Albert Heijn-vestiging in de Van Woustraat in Amsterdam naar de filiaalmanager vraagt, word je in het gunstigste geval afgescheept met de opper-vakkenvuller. En aan hem vertellen dat het niet goed gaat in zijn zaak, is netzoiets als tegen een spijbelende scholier zeggen dat ‘ie  het huiswerk voor morgen wel moet maken. Maar… Daar liep hij. Een meneer in een pak met een naamplaatje op de borstkas. Dat moest hem zijn. Ik eropaf. En ja, hij was het. De filiaalmanager.

Ik heb hem verteld, dat ik een aantal valse columns over zijn winkel had geschreven. Verteld, welke blunders ik zoals in die columns aan de orde had gesteld. En dat ik daar wel een keer met hem over wilde praten. Daar stond hij voor open! Kijk, daar heb ik respect voor. Iemand die niet pissig doet tegen een kritische klant, maar het gesprek gewoon aan wil gaan. Als je dat kunt, dan ben je uit het goede hout gesneden.

Binnenkort hebben we een afspraak om eens naar een aantal problemen in zijn zaak te gaan kijken. Dat is voor mij een reden, de publicitaire strijdbijl nu te begraven. De manager verzuchtte wel alvast, dat het hem niet meeviel: hij moet op drie filialen tegelijk letten. Dat is gekkenwerk, denk ik. Weliswaar is de op één na beste manier om je winkel te managen, luisteren naar het gemopper van de heer Oplopers, criticaster te Amsterdam, maar de allerbeste manier om te beoordelen hoe het in je zaak gaat, is door er heel vaak te zijn. Gewoon middenin de winkel. Zelf. De Engelsen hebben daar een mooi spreekwoord voor: “The proof of the pudding is in the eating.” En ik? Ik ga eens wat rondkijken, welke winkelketen of nutsvoorziening ik namens de consument nu eens het leven zuur ga maken.