Turkse censuur



Tot voor kort was ik een groot fan van Geert Mak. Hij heeft een aantal boeken geschreven die ons helpen bij het doorgronden van onze geschiedenis. Dacht ik. Maar “Hoe God verdween uit Jorwerd” en zijn andere werken kunnen de vuilnisbak in. Want Geert laat zich censureren door de overheid. Dat kwam aan het licht door een vergissing bij de drukker. In de Turkse vertaling van het boekenweekgeschenk bleek uit vrees voor het Turkse regime een aantal passages te zijn weggelaten.

Op zich vond ik het een goed idee om het boekenweekgeschenk ook eens in een andere taal uit te brengen. ‘De Brug’ -geschreven door Geert Mak- speelt zich af in Turkije, en daarom verschenen er ook edities in het Turks. Maar van mijn tevredenheid is niets meer over. Want in de versie die in Turkije zou worden uitgebracht is flink geschrapt. Passages over de Armeense kwestie en de wreedheid van Attatürk zijn verdwenen. Want daar mag je in Turkije niet over publiceren. Door een vergissing bij de drukkerij kwam een aantal gecensureerde pagina’s ook terecht in de gratis editie die voor de Nederlandse lezer was bestemd. En zo vielen Geert Mak, zijn uitgeverij Atlas en het CPNB lelijk door de mand.

Geert Mak krabbelt inmiddels publiekelijk wat terug. In de Volkskrant stelt hij deze week dat hij het toch niet eens was met de wijzigingen. Daar hou ik niet zo van. Hij had metéén een veto moeten uitspreken, en niet achteraf onder druk van de publieke opinie. Natuurlijk, het gezegde luidt "beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald", maar toch...

Als ik het ooit beleef dat mijn werk wordt vertaald voor publicatie in het buitenland, zal ik niet accepteren dat er passages uit verdwijnen. Ik sta in voor ieder woord dat ik opschrijf. En zo’n houding verwacht ik ook van Geert Mak. Juist een geschiedschrijver moet de vrijheid nemen om alles op te schrijven wat hij nodig vindt. Hij mag zich daarbij niet laten beperken door wie dan ook. Geert kan er blijkbaar mee leven dat zijn werk in het buitenland toch in gecensureerde vorm wordt uitgebracht. Nogmaals: Geert had meteen moeten roepen dat er geen sprake van kon zijn dat zijn werk in gecensureerde vorm zou verschijnen. Ogenblikkelijk. Dat heeft ‘ie niet gedaan. Daarmee is Geert als geschiedschrijver wat mij betreft geen knip voor de neus meer waard.

Ik ben blij dat ik alles mag schrijven wat ik wil. Ik mag het Koningshuis pesten, BN’ers uitmaken voor randdebiel, en politici uitmaken voor rotte vis. Daar kun je het inhoudelijk mee eens zijn of niet, daar kun je van houden of niet, maar het is een groot goed dat ik dat in ieder geval mág opschrijven. Daar ben ik blij mee, en als Nederlander ook trots op.

In Turkije ligt dat dus anders. De streng nationalistische regering aldaar duldt geen kritiek op bepaalde aspecten van de Turkse geschiedenis. Ik twijfel wat ik erger vind: godsdienstwaanzinnige bewindslieden die zich in Nederland opwinden over reclameposters met dames in bikini, of seculiere bewindslieden in landen als Turkije die vormen van censuur toepassen die erg doen denken aan de geschiedvervalsing die we kennen van de voormalige Sovjet-Unie of het huidige Noord-Korea. Is Turkije op die manier wel klaar om deel uit te gaan maken van de Europese Unie? Ik zit er mee. Maar Geert Mak kan het allemaal niet zoveel schelen, dus.