Wat een puinhoop bij de Postbank!

Zeg, Jan en Ellen, jullie maken best geinige reclamespotjes voor de Postbank. Maar wat moet die meneer Hagenaars van die Postbank van jullie met een digitaal kopietje van mijn paspoort en handtekening? Terwijl de overheid alleen maar zegt dat klanten zich deugdelijk moeten legitimeren. Dat is wat anders dan het digitaal opslaan van mijn meest intieme gegevens. In die lollige reclamespotjes hoor ik jullie nooit over die hebberigheid. En over de administratieve klerezooi rond mijn persoonlijke informatie zwijgen jullie ook in alle talen...

Jan heb ik altijd al een soort druktemakerige brulboei gevonden, die in staat was om ieder gesprek bij Barend en van Dorp te laten ontsporen. Maar die Ellen is wel een grappig meisje, met haar bijdehandte bekkie. Wist u eigenlijk dat Ellen gewoon voor de klas staat? En wist u trouwens dat ik een groot zwak heb voor een juf? Een bijklussende juf vind ik wel aanvaardbaar, maar een opiniemaker als Jan Mulder moet goed nadenken of hij zich wil verhuren als acteur in reclamespotjes. En fatsoenlijke mensen maken geen reclame voor de Postbank. Waarom niet? Ik leg het u uit. Daarvoor wil ik eerst de heer Hagenaars even aan u voorstellen.

J.M. Hagenaars was op school niet bijster populair. Eenzaam zat hij op woensdagmiddag thuis op zijn kamertje. Kantoortje spelen. Ook zijn studietijd stond niet in het teken van gezelligheid. Bij geen enkele studentenvereniging kwam hij door de ballotage. Dan zit er maar één ding op: gaan werken bij de voormalige Rijkspostspaarbank, gezellig tussen de ponskaarten. Maar meneer Hagenaars maakte carrière. Hij mag nu zelf brieven versturen aan al die gezellige thuisbankiers. Dat had de Postbank beter niet kunnen doen. Alle Postbank-klanten kregen een brief van hem met het bericht dat ze naar het postkantoor moeten met hun paspoort. Want hun paspoort plus handtekening moeten worden gescand, zegt meneer Hagenaars. Ik ontving deze brief maar niet. Dat vond ik wel vreemd, maar ik besloot eens geduldig af te wachten wat er zou gebeuren. Want ik ben, zoals u weet, zeer volgzaam, erg geduldig en uiterst gezagsgetrouw.

Maar vandaag kreeg ik van meneer Hagenaars een wel heel bijzondere brief. Een bijna blanco velletje Postbank-briefpapier. Afgezien van mijn naam en adres stond er verder niets op. En wat zat er aan die blanco brief vastgeniet? Een brief, gericht aan mij, met het verzoek om mij met mijn paspoort te vervoegen bij het postkantoor. En wat viel mij op? Volgens meneer Hagenaars van de Postbank woont de heer Diederik Johannes Oplopers niet in Amsterdam-Zuid, maar aan het Renooiplein in de Bijlmermeer... Hee, hallo! Sukkel! Doe eens wat aan die klotezooi op jullie administratie! Zo kan het niet! Nog een keer zo'n blunder en ik sla je een giroblauw oog, begrepen?

Beste Jan en Ellen, als jullie weer gebeld worden voor een of ander geinig reclamespotje van die klere-Postbank, informeer dan even of ze wat aan die schandalige administratieve klotezooi willen doen. Vraag dan even naar de heer Hagenaars. J.M. Hagenaars. En zeg hem even dat 'ie wat mij betreft de boom in kan. Want een bedrijf dat de gore moed heeft om volstrekt onnodig een digitale kopie van mijn pasfoto en handtekening te willen maken, moet natuurlijk wel eerst de administratie op orde hebben. Lamlullen...

Enne, Jan en Ellen, vertel eens? Wat is er waar van de verhalen die ik hoor over de reden dat Howard Komproe niet meer optreedt in die reclamespotjes voor de Postbank? Klopt het echt? Is het waar dat meneer Hagenaars zijn adres kwijt is geraakt? Waarom wordt de post voor Howard anders bezorgd bij mijn gezellige appartement in Amsterdam-Zuid?