Gedoogsteun

Arme Beatrix! Bijna zomervakantie, en het ging allemaal zo goed. De geopereerde knie deed het heel behoorlijk, zusje Irene stond niet de hele tijd tegen bomen te lullen, zusje Christina had al een poosje geen Kerst-cd opgenomen en zwager Pieter hield sinds ie was omgekocht met een bijzonder hoogleraarschap braaf zijn kop. De koffers gepakt, de werkster voor de komende tijd afgezegd, de vakantie kon beginnen... Helaas. Telefoon. Jan Peter. Gevallen. Nu had Majesteit bulderend van de lach op tv al gezien hoe onze premier van een skate-board afflikkerde, maar dit telefoontje was veel erger...

Jan Peter was toch al een zeer onwelkome gast op het paleis. Het wekelijkse overleg met hem stond in de koninklijke agenda aangeduid met 'corvee'. Het valt ook niet mee, om iedere week een serieus gesprek te voeren met een murmelende idioot. Ach ja, Jan Peter. Zijn eerste kabinet was geen lang leven beschoren. Hij had in dat kabinet een paar contactgestoorde idioten opgenomen, die er zowaar nog slechter aan toe waren dan Jan Peter zelf. Een would-be wetenschapper die een belletje meenam om lawaai te maken als de vergadering niet de gewenste richting opging, en een patjepeeër die met een platenlabel zijn fortuin had vergaard, en daarom dacht dat 'ie een Fortuynist was. Meneer Belletje ontsloeg op zijn eerste werkdag de directeur van zijn ministerie, meneer Plaatje ontsloeg zijn chauffeur omdat die per ongeluk een keer jij had gezegd, in plaats van u. Ja, goede mensen om zich heen verzamelen, dat kon Jan Peter als de beste. Maar zijn tweede kabinet was amper een verbetering.

Balkenende, onze bespottelijkste regeringsleider ooit. Wat een drama. In zijn nieuwe regering was het al snel oorlog tussen het grote ego van de onderwijsminister en de grote bek van haar staatssecretaris. Een onderwijsminister die 'intelligent design' tot hoeksteen van het onderwijsprogramma wilde maken is natuurlijk sowieso een giller. Een wereldvreemde wielrijder als justitiebewindsman. Zelden lieten politie en parket zulke steken vallen. En een minister van Binnenlandse Zaken die nooit echt goed in staat was, zijn tanden te laten zien... Jan Peter kwam overigens een paar stemmen tekort om een meerderheidskabinet te vormen. D66 zou eerst niet meedoen. Die club-zonder-ruggengraat werd dus gepaaid met mooie ministersposten en fraaie beloften. Dus D66 ging om. Volkomen terecht wordt die club sindsdien hardnekkig aangeduid met 'De Hoer Van Den Haag'. Maar het absolute dieptepunt was natuurlijk de aanstelling van Rita Verdonk, staatssecretaris van Deportatie. O, pardon: staatssecretaris? Dat was haar te min. Minister dus. Maar zonder een eigen ministerie. Wat een achterlijk, ijdel wijf! Trouwens, hoe heet een minister zonder ministerie? Juist: staatssecretaris. Maar dat heeft niemand ooit tegen Rita durven zeggen. Uiteindelijk kwam haar megalomaan gedrag haar duur te staan. Na een reeks van blunders vond ze het nodig om na een televisieprogramma Ayaan Hirshi Ali haar Nederlanderschap te ontzeggen. Dat kwam goed uit: Rita was verwikkeld in de strijd om de leiderschap van haar partij, dus een beetje spierballenbeleid stond wel goed. Jammer voor Rita dat haar besluit onterecht was. Ze haalde bakzeil en besliste nadat de Tweede Kamer een onderzoek had geëist dat Ayaan toch Nederlandse was. Maar daar kwam de fatale fout: Ayaan moest wel eerst een heel kruiperig briefje ondertekenen: het was allemaal niet Rita's schuld. En dat kwam uit.

"Wij mogen het publiekelijk niet zeggen," mompelde Beatrix, "maar wat een hautaine heks is die Verdonk toch. Ze doet waarachtig niet onder voor de weduwe Rost-Van Tonningen. Ik had nooit gedacht dat mijn koninkrijk zo zou afglijden tot een bananenrepubliek."

Jan Peter stond erbij en keek ernaar. Een totaal gebrek aan leiderschap werd nu écht overduidelijk. Niemand luisterde in het kabinet nog naar onze Harry Potter. De Kamer luisterde wel. In ieder geval wel toen Jan Peter daar liet weten dat er een brief moest komen waar de minister mee kon leven. We zullen nooit weten of Jan Peter écht zo stom was, of dat het een welgemikte dolksteek in de rug van Rita was. Maar volkomen terecht trok D66 de steun aan het kabinet in.

Maar nu pas is het ware gebrek aan fatsoen bij Jan Peter aan de oppervlakte gekomen. Want wat is gebruikelijk als een kabinet valt? Verkiezingen. Als de gesmeerde bliksem. En tot de komst van een nieuw kabinet passen de huidige ministers op de winkel. Meer niet. Een demissionair kabinet heet dat. Maar Jan Peter denkt er anders over. Hij wil nog even op volle kracht doorregeren: de sociale zekerheid is nog niet genoeg uitgehold, de inkomensverschillen zijn nog niet groot genoeg! Dus moeten er nog wat maatregelen worden doorgedrukt.

Dat gaat hem nog lukken ook, zo te zien. Billenknijper Ruud werd aangezocht om de zaken te regelen, en in een paar dagen zat het karwei erop. Een VVD-kneus en een CDA-stakker worden van staatssecretaris tot minister gepromoveerd en de verkiezingen vinden pas plaats tegen het eind van november. Daarmee is de zaak beklonken. Het minderheidskabinet zal steeds bij de Kamer te rade gaan om voorstellen binnen te halen. Als het moet zal Jan Peter de hulp inroepen van beurtelings de aanhangers van Wijlen De Kale Pederast Fortuyn, en D66, de club die hem zopas nog liet struikelen. Gedoogsteun heet dat. Was niet een van de motto's van ons roemloos ten onder gegane kabinet dat het maar eens afgelopen moest zijn met dat gedogen? En was fatsoen niet iets wat je moest doen? Nee, allemaal verleden tijd. Het nieuwe motto luidt "Schijt aan Dronken Naatje."

Gedoogsteun bij clubs als D66 en LPF. Daarmee wordt Jan Peter 'De Hoerenloper Van Den Haag'. "Wij mogen mensen niet op hun uiterlijk beoordelen, maar een hoerenloper: zo ziet Jan Peter er ook wel een beetje uit," peinsde Beatrix, "Hoe dan ook, geen haar op mijn hoofd die er aan denkt om nog met hem en dat zooitje ongeregeld op de foto te gaan. Er komt geen bordesscène. Ik vertik het!"